Nieuws

Nieuws van i-psy

08 oktober 2020

regulier-lgbti-poli.png

Stel je eens voor: je bent jong, hebt een andere geaardheid of genderidentiteit en slaat getraumatiseerd op de vlucht naar Nederland omdat je in je eigen land je leven niet zeker bent. Psychiater Hugo Konz hoort deze verhalen dagelijks. Het is één van de redenen dat hij sinds drie jaar betrokken is bij de LGBTI-poli in Amsterdam. Sinds de oprichting in september 2017 hielp hij samen met zijn team al ruim 200 biculturele LGBTI’ers op weg naar meer (zelf)acceptatie.

Hugo werkt sinds 2013 als psychiater bij i-psy Amsterdam, waar hij migranten en vluchtelingen met psychische klachten behandelt. In september 2017 richtte hij met enkele collega’s de LGBTI-poli op, waar cultureel-psychiatrische kennis wordt gecombineerd met kennis van psychotrauma en LGBTI-sensitieve hulpverlening. LGBTI staat voor lesbian, gay, bisexual, transgender en intersex individuals.

Hugo: “Deze groep kwam voor die tijd terecht in de reguliere hulpverlening. Vaak bleef tijdens de behandeling onbesproken dat er naast een trauma ook sprake was van LGBTI-gerelateerde klachten. Schaamte, angst voor afwijzing en minority stress speelden daarin een hele grote rol. Als het onderwerp uiteindelijk tóch ter sprake kwam, merkten patiënten dat wij hun achtergrond goed begrepen en niet veroordelend waren. En belangrijker nog: dat wij hen konden helpen op weg naar meer zelfacceptatie.”

Betrapt met mannelijke partner

Drie jaar geleden ging het balletje rollen en werd er een kleinschalig, divers en inclusief  team samengesteld uit behandelaars die affiniteit hebben met de doelgroep. “We zijn met een klein team gestart, 1 dag per week. Maar al snel liep het aantal patiënten op. Het unieke karakter van deze poli bleek in een grote behoefte te voorzien.” De afgelopen drie jaar hebben Hugo en zijn team ongeveer 200 mensen kunnen helpen. Wat hem in al die jaren het meest is bijgebleven is het verhaal van een jonge vluchteling uit het Midden-Oosten. “Eigenlijk is deze man de reden dat we de LGBTI-poli begonnen zijn. Hij kwam bij mij terecht met een groot trauma, maar liet in eerste instantie niet los waardoor dat ontstaan was. Gaandeweg ontstond bij mij en mijn collega, met Arabische achtergrond, de indruk dat zijn geaardheid hier een rol in speelde. Dat bleek inderdaad zo te zijn. De man vertelde ons dat hij in zijn thuisland was betrapt met zijn mannelijke partner. Daarna werd zijn partner door diens broer vermoord en werd ook de patiënt zelf ernstig bedreigd. Met een enorm trauma sloeg hij op de vlucht naar Nederland en duurde het lang voordat hij zijn verhaal durfde te vertellen en open stond voor traumabehandeling. De schaamte was enorm. Mede door zijn verhaal besloten we de poli te beginnen. We hadden al eerder opgemerkt dat er een groot taboe heerst op het onderwerp, vaak vanuit cultureel en religieus perspectief. We bieden geen sluitende oplossingen, maar kunnen wel zorgen voor meer zelfacceptatie, een netwerk en/of aansluiting bij de community. Dat is bij deze man, en bij vele anderen ook, van grote waarde geweest.’’